Overschotten op restaurant: zo neem je ‘Restorestjes’ mee naar huis!
De laatste tijd wordt terecht meer en meer aandacht besteed aan voedselverspilling. Zo kunnen Horeca-uitbaters hun klanten bijvoorbeeld de kans geven om overschotten mee te nemen naar huis. Het FAVV steunt dit initiatief en is ervan overtuigd dat iedereen baat heeft bij minder voedselverspilling!
Het is natuurlijk wel belangrijk dat de voedselveiligheid gegarandeerd blijft…
Wat zijn de risico’s voor de voedselveiligheid?
Maaltijden geserveerd in restaurants worden normaal gezien bereid voor onmiddellijke consumptie ter plaatse en niet om verder bewaard en/of heropgewarmd te worden.
Restorestjes die in overschotdozen of zogenaamde ‘doggy bags’ meegegeven worden aan de consument hierna "restorestjes" genoemd), kunnen de consument mogelijks aan een aantal microbiologische gevaren blootstellen die een voedselvergiftiging kunnen veroorzaken. De voornaamste oorzaken zijn het niet respecteren van de vereiste temperatuur en het optreden van kruisbesmetting tussen rauwe en gekookte levensmiddelen.
Daarom is het belangrijk restorestjes zo snel mogelijk in de koelkast te plaatsen en, indien deze nadien warm geconsumeerd worden, voldoende op te warmen voor consumptie.
Het waarborgen van de correcte temperaturen van de maaltijden in de horecazaak valt onder de verantwoordelijkheid van de uitbater. Indien de consument er echter voor kiest de resten van zijn maaltijd mee te nemen, dan wordt de consument hiervoor zelf verantwoordelijk.
De verpakking moet geschikt zijn voor levensmiddelen!
De doos of verpakking waarin de restorestjes verpakt worden, moet uiteraard geschikt zijn om met voeding in contact te komen. Niet alle verpakkingsmaterialen zijn geschikt voor alle soorten levensmiddelen. Vette levensmiddelen kunnen bepaalde platicsoorten aantalsten, zure levensmiddelen tasten aluminium aan. De keuze van de verpakking is dus niet alleen afhankelijk van de soort maaltijden die geserveerd werden, maar ook van het gebruik nadien bij de consument. Zo mogen vb. niet alle verpakkingen opgewarmd worden in de microgolfoven.
De consument kan ook gebruik maken van een eigen doos of verpakking voor het restorestje. De restaurateur moet er dan wel op letten dat deze verpakkingen geen aanleiding geven tot besmetting door ze vb. uit de keuken te houden.
Welke informatie moet de horeca-uitbater meegeven aan de consument
De horeca-uitbater moet correcte informatie verschaffen aan de consument over de bewaring, het opwarmen en de houdbaarheid van het restorestje. Bijvoorbeeld volgende raadgevingen:
- Plaats het restorestje zo snel mogelijk in de koelkast (max. 7°C), uiterlijk binnen de 2 uur.
- Warm het voldoende op (tot minstens tot 60°C) voor consumptie.
- Bewaar het restorestje bij voorkeur niet langer dan 24 tot 48u, afhankelijk van het type product.
- Vries het restorestje niet in.
- Gebruik het geschikte recipient voor het levensmiddel en ga na of het geschikt is voor de microgolf.
Geef als uitbater ook steeds correcte informatie mee over het gebruik van de verpakking van het restorestje als je deze zelf voorziet. Je kan ervoor kiezen de nuttige informatie voor de klant ter beschikking te stellen onder de vorm van een flyer die meegegeven wordt met restorestje of door alle informatie op de doos zelf aan te brengen.
Zorg je als consument zelf voor een verpakking, dan valt dit onder je eigen verantwoordelijkheid.
Een geïnformeerde consument is er twee waard!
Het waarborgen van
correcte temperaturen van
maaltijden die worden
geconsumeerd in een
horeca-inrichting is de
verantwoordelijkheid
van de uitbater. Indien
de consument echter de
restjes van zijn maaltijd
meeneemt, wordt hij zelf
verantwoordelijk voor het
goede beheer van die restjes.
Onze missie is ervoor zorgen dat alle actoren van de keten aan de consument en aan elkaar een optimale zekerheid geven dat levensmiddelen, dieren, planten en producten die ze consumeren, houden of gebruiken, betrouwbaar, veilig en beschermd zijn, nu en in de toekomst.